“Been there, done that, got the t-shirt”-verhaal
Want eerlijk gezegd, het balanceren van je fysieke en mentale gezondheid is inderdaad niets minder dan topsport. En ik spreek uit ervaring. Bijna een kwart eeuw ben ik al actief in deze uitdagende competitie. En al klinkt dat misschien alsof ik de grootmeester ben in het spelen van dit complexe spel, laat me je snel uit die droom helpen: dit is geen “been there, done that, got the T-shirt”-verhaal. Het voelt eerder alsof ik nog steeds elke dag opnieuw oefen, zonder ooit zeker te weten of ik überhaupt in de buurt van het podium kom. Of, in mijn geval, of ik überhaupt in de buurt van de finish kom.
Soms voelt mijn leven als een gezondheids-triathlon, waarin ik steeds weer moet zwemmen door ondoorgrondelijke zeeën van medische controles, fietsen over de ruwe paden van energiemanagement, en rennen langs steile hellingen vol mentale obstakels. Het lijkt wel alsof mijn lichaam en geest elk jaar nieuwe bochten aan de routekaart toevoegen, terwijl de finishlijn voortdurend net buiten bereik blijft.
Ondanks die kwart eeuw aan ‘training’ in deze sport van balans, verloopt het zelden soepel. Er zijn dagen waarop ik me bijna voel als een Olympisch kampioen – zo’n dag waarop ik werkelijk geloof dat ik een verborgen superkracht heb ontdekt waarmee ik al die obstakels moeiteloos overwin. In mijn hoofd hoor ik het publiek al juichen, klaar om mijn gouden medaille in ontvangst te nemen. Maar helaas, net zo snel als die illusie opkomt, haalt de realiteit van mijn oncontroleerbare hart me weer in. Want, laten we eerlijk zijn, het is moeilijk om je een winnaar te voelen wanneer je eigen lichaam besluit om zijn eigen regels te volgen, zonder je ook maar enigszins op de hoogte te stellen.
Chaosmanagement op het hoogste niveau
En dan heb je nog het mentale spel. Als er een jury zou zijn voor creatief denken onder extreme druk, dan zou ik zonder twijfel bonuspunten krijgen. Want om je hoofd koel te houden wanneer je lichaam je in de steek laat, vergt een flinke dosis improvisatie. Het is alsof je meedoet aan een marathon waarbij je niet alleen aan je looptechniek moet denken, maar ook aan het feit dat je schoenen plotseling veranderen in fuzzy pantoffels. Het is chaosmanagement op het hoogste niveau. Terwijl je probeert niet onderuit te gaan, moet je ondertussen ook nog de wedstrijd in goede banen leiden.
Maar weet je wat? Soms gaat het best goed. En op die momenten voel ik me inderdaad een medaillekandidaat – totdat ik struikel over de volgende onvoorziene horde, zoals een plotselinge energiecrash die voelt alsof iemand de stekker uit me heeft getrokken. Dan denk ik terug aan al die momenten waarop ik dacht: “Ja, nu heb ik het eindelijk door! Dit is hoe je die balans houdt!” – om vervolgens keihard te ontdekken dat mijn lichaam het plan alweer heeft gewijzigd. Dank je wel, lijf. Echt heel attent.
“Doing a Bradbury”
Dit alles doet me denken aan de legendarische schaatser Steven Bradbury. Zijn gouden overwinning tijdens de Olympische Winterspelen was zo onverwacht dat de uitdrukking “doing a Bradbury” zelfs in het officiële Australische woordenboek is beland. Zijn overwinning was een bizar staaltje van geluk: hij was de traagste van het veld, en zag zijn snellere tegenstanders één voor één onderuit gaan, waardoor hij als laatste man rechtop de gouden medaille pakte. “Doing a Bradbury” werd synoniem voor onverwacht zegevieren – iets waar ik mezelf zo nu en dan best in herken.
Bradbury zei na zijn overwinning: “Het is wel duidelijk dat ik niet de snelste schaatser was. Ik zie deze medaille niet als een beloning voor anderhalve minuut op het ijs, maar als een beloning voor het decennium van keihard werken dat eraan voorafging.” En dat is precies hoe het voelt met het balanceren van je gezondheid. De gouden momenten, hoe zeldzaam ook, zijn niet de beloning voor dat ene heldhaftige moment waarop alles even klopt. Het is de cumulatie van jaren vol kleine overwinningen, doorzettingsvermogen en het vermogen om telkens weer op te staan als je valt.
Dus, terwijl ik verder ’train’ in mijn persoonlijke topsport, zonder gouden medailles of podiumplaatsen, blijf ik lachen – soms uit pure zelfspot. Want als er één les is die ik door de jaren heen heb geleerd, dan is het dat je af en toe gewoon moet lachen als je weer eens onderuit gaat. Zoals Bradbury bewijst, kan zelfs een onverwachte val je naar goud leiden. Misschien lukt het mij ook nog wel een keer om een “Bradbury” te doen. Maar tot die tijd blijf ik gewoon doorstuntelen, met een flinke portie humor en, wie weet, op een dag die onverwachte zege.
Deze blog is verschenen in de Sinus, winter 2024. Wil je de Sinus ook ontvangen? Word dan lid van de Patientenvereniging Aangeboren Hartafwijkingen en ontvang de Sinus 4x per jaar.