Het bloed dat uit de linkerkamer gepompt wordt, gaat via de aorta naar de rest van het lichaam. De aorta is de grootste lichaamsslagader. In de aorta zit ook een klep: de aortaklep. De aortaklep bevindt zich aan het begin van de aorta en bestaat normaal gesproken uit 3 klepbladen die precies tegen elkaar aan kunnen. Bij aortaklepstenose is er sprake van een vernauwing van de aortaklep. De klep gaat niet goed open, waardoor het bloed niet goed de aorta instroomt. Het bloed blijft daardoor gedeeltelijk staan in het linker deel van het hart. Hier stapelt het bloed langzaam op en zal het linkerdeel van het hart een groter bloedvolume krijgen dan normaal.
De linkerharthelft zal uitzetten (groter worden) om het volume aan te kunnen. De vernauwing zorgt ervoor dat er meer druk nodig is om het bloed toch uit te kunnen pompen. Hierdoor zal de hartspier verdikken. In het begin is het hart dus in staat om te dilateren (uit te zetten) en met meer kracht het bloed door de aortaklep te pompen. Na verloop van tijd, gaat het hart meer hinder ondervinden van deze veranderingen. Het hart raakt uitgeput en gaat minder goed functioneren. Hierdoor ontstaat hartfalen. Doordat er minder bloed het lichaam ingepompt kan worden en het bloed steeds meer opstapelt, ontstaan er steeds meer klachten.
Meerdere oorzaken van een aortaklepstenose
Het ontwikkelen van aortaklepstenose kan meerdere oorzaken hebben:
- Het kan aangeboren zijn. Hierbij zijn vaak 2 hartklepbladen met elkaar vergroeid of is een klepblad niet/ onderontwikkeld is. Soms zijn de klepbladen te groot of juist te klein. Als de aortaklep 2 klepbladen heeft, is er een groter risico op het krijgen van een infectie van het klepblad.
- Door een ontsteking kan een klepblad vervormen of dikker worden. Daarnaast kunnen klepbladen ook aan elkaar gaan kleven.
- Bij ouderdom kunnen de klepbladen verkalken, waardoor de klep zelf stijver wordt. Hierdoor kan de klep gaan lekken of treedt er een vernauwing op van de aortaklep.
De symptomen van aortaklepstenose
Als de aortaklepstenose ernstig is, kan je verschillende klachten krijgen. Denk hierbij aan: vermoeidheid, pijn op de borst, een onregelmatige hartslag, duizeligheid bij inspanning, kortademigheid, ’s nachts niet plat kunnen liggen of flauwvallen. Als de klachten langer bestaan, kan men ook klachten krijgen van koude handen/ voeten, hevig transpireren of angstgevoelens.
De diagnose van aortaklepstenose
De arts zal naar het hart luisteren om te kijken of er sprake is van een hartruisje. Het ruisje ontstaat doordat het bloed door een kleine opening van de aortaklep stroomt. Daarnaast zal er een hartfilmpje (ECG), echocardiografie, een hart-longfoto en een slokdarmecho gemaakt worden om de ernst van het probleem in te schatten. Soms is ook een hartkatheterisatie nodig om het goed in kaart te brengen.
De behandeling van aortaklepstenose
Als iemand weinig tot geen klachten heeft, wordt er geen behandeling gestart. Er vinden dan vervolg controles plaats. Als de klachten erger zijn, kunnen er medicijnen gegeven worden om het hart wat te ontlasten. Medicatie die dan gegeven wordt zijn: bètablokkers, plasmedicatie en antistollingsmedicijnen. Als dit niet voldoende werkt, kan er gekozen worden voor ballondilatatie, hartklepoperatie of klepvervanging.
Ballondilatatie
Hierbij wordt de lies aangeprikt en wordt er een katheter richting het hart gevoerd. Aan het einde van deze katheter zit een ballonnetje die op de plaats van de klep wordt opgeblazen, zodat het de klep kan oprekken. Hierdoor wordt het oppervlakte van de klep zelf weer groter, waardoor de ernst van de vernauwing afneemt.
Een operatie
Bij een operatie kan de chirurg de klepbladen van elkaar loshalen (commisurotomie). Hierbij is er wel een risico dat er een lekkage ontstaat (aortaklepinsufficiëntie). Als de klepbladen niet van elkaar verwijderd kunnen worden, is er een klepvervanging nodig. Hierbij kunnen biologische kleppen of mechanische kleppen gebruikt worden.
Biologische klep
Deze klep is afkomstig van een dier of van een mens. Het voordeel hiervan is dat je slechts 3 maanden antistolling nodig hebt en niet levenslang. Daarnaast lijkt de klep meer op dat van de mens en maakt deze klep geen tikkend geluid. Het nadeel van de klep is dat het maar 10-20 jaar meegaat en dat daarna weer een operatie nodig is. Ook zijn er maar weinig donorkleppen beschikbaar van een mens.
Bij opgroeiende kinderen met een aangeboren hartafwijking wordt de aortaklep zelden vervangen door een kunstklep. De reden hiervan is dat de klep niet meegroeit met het kind en dat er dan meerdere operaties nodig zijn tijdens de groeiperiode. Bij de Ross- procedure wordt de longslagaderklep op de plek van de aortaklep gezet en wordt er op de plek van de longslagaderklep een donorklep gezet.
Mechanische klep
Deze klep wordt va metaal of kunststof gemaakt. De klep slijt niet en gaat levenslang mee. Hierbij is wel het nadeel dat je levenslang antistollingsmedicijnen nodig hebt. Daarnaast maakt de mechanische klep vaak een tikkend geluid.
Leven met aortaklepstenose
Over het algemeen kan je vrij goed meekomen met anderen. Echter ben je wel wat eerder vermoeid dan anderen. Bij fysiek (zware) inspanning treden het eerst klachten op. Topsport of prestatiesport is niet aan te bevelen, omdat het lichaam dan continu onder druk moet presteren. Er is ook een groter riscio op het krijgen van endocarditis. Als aortaklepstenose niet behandeld wordt, is er een slechtere levensverwachting en zal je eerder komen te overlijden.
Bron: Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Anna Blancquaert