Kristin heeft vaak te maken met vooroordelen als het gaat om haar hartafwijking. ’Mensen begrijpen soms niet dat ik gewoon kan doen wat anderen ook kunnen. Ik vind dat ze zich meer moeten verdiepen in mensen met een aangeboren hartafwijking. Boeien wat anderen over me denken, ik laat me niet uit het veld slaan en focus op mijn doel.’
Grauwe kleur
Vanaf haar geboorte had Kristin een grauwe kleur, maar op de echo’s was niets te zien. ‘Dat trekt wel bij’ zeiden de artsen. Ze bleef echter grauw en dronk niet goed. Haar moeder nam haar mee naar de huisarts. ‘Het bleek foute boel en ik moest meteen naar het ziekenhuis. Daar constateerden ze dat ik transpositie van de grote vaten heb. Ik werd meteen na de opname geopereerd. Sinds mijn achttiende sta ik onder controle bij het Erasmus MC in Rotterdam, daarvoor in het Sofia Kinderziekenhuis.’
Stabiel
Gelukkig voor Kristin bleef het bij die ene operatie toen ze drie weken oud was. ‘Ik heb door de afwijkingen en operatie wel restafwijkingen opgelopen, zoals een lekkende hartklep. Doordat mijn hart twee keer zo hard moet pompen, merk ik dat ik chronisch moe ben. Dat ben ik nu gewend, het is voor mij normaal geworden. Aan de lekkende hartklep moet ik heel misschien later nog geopereerd worden. Maar de artsen kunnen niet duidelijk zeggen wanneer dat is. Het is gelukkig nu allemaal stabiel, en dat houden ze natuurlijk onder controle.’
Jonge moeder
Kristin is net bevallen, haar baby is elf weken oud en helemaal gezond. De zwangerschap was niet altijd even makkelijk, maar dat had weinig te maken met haar hartafwijking. ‘Ik had veel last van zwangerschapsmisselijkheid (Hyperemesis gravidarum – HG). En ik had meer hartkloppingen, omdat je hart harder moet werken. Ik moest tijdens mijn zwangerschap extra op controle. Ik vond het begin van de zwangerschap emotioneel best moeilijk, omdat de kans bestond dat mijn kindje ook kon krijgen wat ik heb. Gelukkig was die kans vrij klein en na de twintigwekenecho was het duidelijk dat er niets aan de hand was. Vanaf toen kon ik echt genieten.’
Angst bij werkgevers
Ze volgde een kappersopleiding, maar doordat er weinig werk was tijdens de COVID-periode, kwam Kristin terecht in de zorg als begeleidster op de dagafdeling. Ze is heel voorzichtig tegen wie ze wel of niet zegt dat ze een hartafwijking heeft. Zeker bij werkgevers. ‘Ik ben gestopt met vertellen over mijn afwijking tegen werkgevers, omdat ik merkte dat ik veroordeeld werd. Dat ze mij niet aannamen uit angst of mij direct ontsloegen na de proefperiode. Ik deed mijn werk goed, maar werd toch ontslagen omdat ze het niet aandurfden.’
Meer begrip op werk
Kristin is heel terughoudend op haar werk als het gaat om haar hartafwijking, uit angst voor onbegrip en zelfs ontslag. Dat moet veranderen vindt ze. ‘Het zou fijn zijn als werkgevers zich meer gaan verdiepen in situaties als die van mij. Ze moeten passende oplossingen bedenken voor werknemers met een hartafwijking in plaats van ze te ontslaan. Want ik vind het ontzettend vervelend dat je niet gehandicapt bent maar wel zo wordt behandeld. We kunnen nog steeds veel dingen doen. Misschien niet in hetzelfde tempo, maar dat betekent niet dat je de taak niet kunt uitvoeren.’
Vlag en wimpel
Kristen ervaart niet alleen onbegrip op haar werk. Op school zat ze op een te laag niveau. ‘Ik werd wel eens als dom bestempeld. Na de operatie kreeg ik een neurologische uitval die kleine bloedpropjes veroorzaakte in de hersenen. Dat heeft net het stukje hersenen aangetast waar onder andere het rekenen zit. Ik ben er verschrikkelijk in. Ik zat nooit op mijn plek op school, omdat het veel te makkelijk was. Dus ik gooide er een beetje met de pet naar. Toen kwamen de eindexamens waar ik niet eens voor had geleerd. En ik ben alsnog met vlag en wimpel geslaagd. Er was op dat moment geen uitdaging voor mij.’
Porsche
‘Mijn grote droom is een Porsche, omdat ik dat mooie auto’s vind. Dat is één van mijn doelen waar ik echt voor wil gaan. Door succesvol te zijn op werkgebied kan ik dat bereiken. Ik wil gewoon iets opzetten waar ik zelf gelukkig van word. Ik ben heel ondernemend, iemand met pit. Dus dat komt helemaal goed. Als je een doel hebt en je wilt dat bereiken, boeien wat anderen erover zeggen. Dan moet je er gewoon voor gaan. Ik merk tegenwoordig in de samenleving dat die spirit steeds minder wordt omdat er heel veel veroordelingen zijn, vaak door social media. Er wordt een vertekend beeld geschetst en dat kan je op een laag pitje zetten. Gewoon focussen op wat je doel is.’