Pas je activiteiten aan

Om te beginnen, pas zoveel als kan je activiteiten (of die van je kind) aan. Zowel qua duur en hoeveelheid; korter en minder vaak achter elkaar actief zijn verwarmd je lichaam minder snel, dan lang en/of vaak achter elkaar actief zijn. Ook qua intensiteit; een korte wandeling naar je buren (die misschien wel airco hebben) verwarmd je lichaam minder dan bijvoorbeeld een rondje stofzuigen in je huis.

Draag makkelijk zittende kleding

Vooral kleding die niet knelt. Bij voorkeur geen synthetische stoffen want die houden je lichaamswarmte meer vast. Korte mouwen, korte broek, een lichte rok of jurk kan zowel binnenshuis als buitenshuis prettiger zijn dan kleding die je lichaam meer bedekt. Met korte kleding naar buiten, vergeet de zonnebrand niet.

Zet ramen en deuren open

Als het ‘s morgens en ‘s avonds buiten koeler is dan binnen, zet je ramen en eventueel deuren open. Zo kan de warmte uit je huis en (zeker als het waait) koelere lucht je huis in. Wordt het buiten warmer dan binnen?…. Doe dan de ramen, deuren, gordijnen en eventuele luiken dicht.

Thermostaat lager zetten

Misschien een open deur, maar vergeet niet om tijdig je thermostaat lager te zetten (alhoewel waarschijnlijk niet heel veel mensen die in de winter op 25 graden of hoger hebben staan).

Gebruik een ventilator

Bij voorkeur één die makkelijk te verplaatsen is en die verschillende snelheden en zwenk mogelijkheden heeft. Een, gewone, ventilator blaast geen koude lucht. Maar het brengt de lucht om je heen wèl in beweging. En op de één of andere manier maakt dat voor veel mensen de warmte minder aanwezig en daardoor geeft de ventilator een meer comfortabel gevoel.

Airco(nditioning)

Voor velen mensen met een aangeboren hartaandoening echt een uitkomst! Mits je de airco goed gebruikt. Ja, ‘zal wel’ denk je nu misschien, ‘maar wat is goed gebruiken?’.

• Het fijnst, meest praktisch, is eigenlijk een airco waarvan je de temperatuur kan instellen. Stel de temperatuur dan maximaal 2 à 3 graden lager in dan de kamertemperatuur op dat moment. Dus als het in je woon- of slaapkamer 26 graden is dan zet je de airco op 24 of 23 graden. Je airco veel kouder zetten dan de actuele temperatuur (bijvoorbeeld op 18 graden als het 26 graden is) voelt misschien even lekker. Nadeel daarvan is echter dat je neus en keel niet zo goed tegen zulke acute grote temperatuurverschillen kunnen. De kans dat je dan, licht, verkouden wordt is groot.
• Hou de temperatuur die je airco blaast zo constant mogelijk.
• Als je een tijdje in een airco gekoelde kamer (of auto) bent geweest en je wil of moet op een gegeven moment tòch naar buiten dan kan het slim zijn om de airco tien minuten tot een kwartier vóór het naar buiten gaan uit te zetten. Zo maak je de overgang naar meer warmte net iets geleidelijker. Ook al merk je het misschien niet, dit vraagt toch nèt wat minder energie van je lichaam (en dus hart en longen).
• De punten hierboven gelden dus ook voor airco in de auto. Niet op standje 18 graden als het buiten 30 graden is (eventueel alleen enkele minuten op zo’n lage stand om de warmte uit de auto te ‘blazen’). Twee á drie graden lager dan de buitentemperatuur tijdens korte ritjes. Bij langere ritten kan je ervoor kiezen de airco wel op zo’n vijf graden lager dan buiten te zetten. En dan een kwartier tot 10 minuten vóór het einde van je rit langzaam steeds iets minder koud.
• Een airco koelt de lucht trouwens niet alleen, maar haalt ook het vocht eruit. De warme vochtige lucht wordt omgezet in koele droge lucht. Als de airconditioning langdurig aanstaat en er wordt niet geventileerd in huis, dan kan de luchtvochtigheid in huis flink dalen. En voor velen mensen met een aangeboren hartafwijking is die hoge luchtvochtigheid nog problematischer dan warmte.
• Àls je een koele ruimte in je huis hebt, overweeg dan om daar een lekkere (tuin)stoel neer te zetten en breng daar tijd door. Sommige mensen hebben een badkamer ergens midden in het huis. Misschien zelfs zonder raam. Daar blijft het vaak langer koel. Ook een kelder die groot genoeg is voor een stoel kàn een uitkomst zijn en, tijdelijk, verlichting brengen.

Drink genoeg water

Drinken is belangrijk, dat geldt natuurlijk altijd maar zéker bij warm weer. Een volwassene heeft per dag ongeveer 1,5 tot 2 liter vocht uit dranken nodig. Met warm weer is het goed omten minste 2 liter water te drinken. Niet iedereen krijgt vanzelf dorst als je minder dan de aanbevolen hoeveelheid drinkt. Ieder uur een glaasje water nemen is dan een goed idee, ook als je nog geen dorst hebt. Vind je water saai, maak dan een kan water met schijfjes citroen of blaadjes munt. Ziet er gezellig uit en geeft je water een lekker smaakje.  

Natuurlijk zijn er meer tips en werkt het voor iedereen anders. Als jullie zelf goede ervaringen hebben met wat helpt bij warm en/of vochtig weer, laat dan jouw tip achter in de reacties.