Selecteer een pagina

Home » Wandelen Amsterdamse bos

Wandelen Amsterdamse bos

De kracht van wandelen: Gezondheid, gezelligheid en verbinding

Als volwassene (56 jaar) met een aangeboren hartafwijking weet ik hoe fijn en goed het is om in beweging te blijven. Wandelen. Zelf doe ik dat dagelijks met één van onze honden. In een rustig tempo zodat ik het met plezier lang genoeg vol kan houden om ook hondlief aan z'n trekken te laten komen. Soms kom ik anderen tegen, vaak met honden. Mensen van verschillende leeftijden en pluimage. Het is daarbij ook één van de manieren waarop ik leuke nieuwe mensen heb leren kennen.

In het verleden, m’n pré-hond tijd zeg maar, wandelde ik véél minder. Het verschil tussen toen (weinig wandelen) en nu (dagelijks wandelen) kan ik goed merken. Wandelen is een fijne manier om m’n hoofd lekker leeg te maken en m’n conditie een beetje op peil te houden. Zo’n éénpitter als ik ( = éénkamerhart) heeft de werking, en dus ook beweging, van z’n spieren hard nodig om dat éénkamerige hart een beetje te helpen pompen. Ik merk het dan ook vrij vlot als ik een periode wat minder gewandeld en meer gezeten heb. Bij inspanning en koud steken de ritmestoornissen dan net iets vaker de kop op. En sowieso heb ik bij minder wandelen snel minder energie. 

Wandelen zorgt ook voor verbinding, weet ik uit ervaring. Toen ik nog werkte, tussen de middag een rondje met de collega’s leverde meer op dan een vergadering van anderhalf uur. Ook het wandelen met m’n stagiaires gaf over en weer mooie en zinvolle gesprekjes. Gelijkwaardiger ook dan van die begeleidingsgesprekken met een tafel of bureau ertussen. Leeftijdsverschil? Ja, heerlijk. Houdt mij jong en ingetuned bij de jonkies. En zij, die jonkies? Goh, ze deden nog eens nieuwe inzichten op die, in studie, werk en uitgaan, best van pas kwamen. 

Omdat ik m’n lichaam inmiddels goed ken, en daarmee m’n (eind)grenzen, maak ik me eigenlijk nooit meer zorgen over of het wel veilig is, dat wandelen. De laatste keer dat ik, toch, te ver, over m’n grens ging was zo’n 10 jaar geleden. Het was tijdens een groepswandeling met een gids in de bergen. Hier werd ik met ’t neusje op de feiten gedrukt; onder tijdsdruk, met een groep met een betere conditie, een net iets te lage temperatuur bergop kon 20 jaar geleden nog … maar 10 jaar geleden dus niet meer. Géén slimme actie. Gelukkig waren m’n dochter en vrouw erbij en konden we op de helft met die gids de route doornemen en beslissen in eigen tempo ver achter de groep te volgen. Nooit te oud (of te jong?) om te leren. En grenzen zijn er om te verkennen en als het kan, en ook volgens je cardioloog verantwoord is, in kleine stappen wat te verleggen. Mooi natuurlijk dat er een cardioloog mee wandelt tijdens de wandelingen in Amsterdam. En met mensen die allemaal snappen wat ‘inspanningsbeperking’ betekent. 

Zo af en toe ook wandel ik mee met de vaste wandelochtenden op de woensdagen vanuit ons Noaberhoes hier in de wijk. Een zeer gemengde groep wat betreft leeftijden en achtergronden. Net als het wandelen met die studenten destijds geeft dit leuke, onverwachte en vaak inspirerende gesprekken en andere inzichten. Mits natuurlijk je daarvoor open staat. Maar goed, verder kijken dan m’n eigenneus en leefwereld heb ik altijd leuk gevonden dus ik verveel mij dan nooit. Ook hier zijn compleet onverwachte vriendschappen of steunende en langerdurende contacten uit voortgekomen. 

“Meewandelen met cardioloog Berto Bouma (of één van zijn collega’s) kan ik van harte aanbevelen. Divers qua mensen, niet te lang, te snel of te zwaar, gezelligheid en na afloop een lekkere kop koffie, thee, cappucino of choco, leuk!”

 

Laatste nieuws