Gaatje tussen het harttussenschot
Bij een ventrikel septumdefect is er sprake van een gaatje of meerdere gaatjes tussen het harttussenschot ter hoogte van de kamers. De kamers worden ook wel ventrikels genoemd. Waardoor deze aangeboren hartafwijking ontstaat is vaak onbekend. Soms is er sprake van erfelijkheid en soms hoort het bij een andere hartafwijking.
Door het gaatje in het harttussenschot stroomt bloed van de linkerharthelft naar de rechterharthelft. Dit komt doordat de linkerkamer het zuurstofrijke bloed het lichaam rond moet pompen en de rechterkamer het zuurstofarme bloed alleen naar de longen hoeft te pompen. Hierdoor is de druk in de linkerkamer hoger dan in de rechterkamer. Door het gaatje ontstaat er een gemengde bloedstroom in de rechterkamer. Het bloed dat door het harttussenschot gaat, gaat dus via de rechterkamer opnieuw naar de longen. Dat bloed bevat al zuurstof, dus gaat het eigenlijk een extra ronde. Hierdoor is het bloedvolume in de linkerkamer groter dan normaal. Hierdoor kan de linkerkamer breder worden (hypertrofie). Het bloed wat weer opnieuw richting de rechterkamer gaat, komt ook niet in het lichaam. Het lichaam krijgt hierdoor minder zuurstof en voedingsstoffen dan normaal en het hart moet sneller en krachtiger pompen dan normaal. Ook de longen staan meer onder druk, omdat er meer bloed naar de longen stroomt dan normaal. Hierdoor kan er pulmonale hypertensie optreden.
Symptomen van een VSD
De symptomen hangen af van de grootte van het gaatje tussen het harttussenschot. Meestal gaat een klein gaatje binnen de eerste 2 tot 6 jaar na de geboorte dicht. Als de opening groter is, zijn de symptomen sneller zichtbaar. De baby kan dan sneller en zwaarder ademen, moeite hebben met het drinken van de fles, minder goed groeien of vatbaarder zijn voor infecties.
Diagnose VSD
Als je of je kind geen of weinig klachten heeft, kan het een lange tijd duren voordat het ontdekt wordt. Als de arts naar het hart luistert, zal er een ruis hoorbaar zijn. Het ruisje wordt veroorzaakt doordat het bloed van de linkerkamer naar de rechterkamer gaat. Daarnaast kan er een echo van het hart gemaakt worden, zodat de werking van het hart en de kleppen zichtbaar worden.
Behandeling VSD
De behandeling hangt heel erg af van de grootte van het gaatje in het harttussenschot, de klachten en de plek van het VSD. Zoals al eerder gezegd, sommige gaatjes groeien vanzelf weer dicht. Bij iets grotere gaatjes blijf je vaak onder controle van de cardioloog. Er wordt dan gekeken of het gaatje vanzelf dichtgaat of dat er toch een operatie noodzakelijk is. Bij een groot VSD moet het vaak binnen korte termijn dichtgemaakt worden. Bij een klein VSD die vlakbij een klep ligt, wordt er ook operatief ingegrepen, aangezien de klep anders minder goed kan gaan functioneren.
Soms wordt er nog even gewacht met een ingreep. Dan kan er wel medicatie gegeven worden om het hart wat te ontlasten (bijvoorbeeld plasmedicatie).
Soms worden er medicijnen gegeven als je hartfalen of pulmonale hypertensie ontwikkeld hebt. Soms wordt er een bandje geplaatst om de longslagader. Daarna vindt er een operatie plaats.
Parapluutje
Afhankelijk van de plaats en de grootte van het gaatje, kan er een parapluutje geplaatst worden om het gat dicht te maken. Dit is echter in uitzonderlijke gevallen. Het gaatje moet dan in het midden van het harttussenschot zitten en ver van de hartkleppen verwijderd zijn. Voor het plaatsen van een parapluutje wordt over het algemeen de lies aangeprikt om via het bloedvat een dun slangetje richting het hart te voeren. Zo’n slangetje wordt ook wel een katheter genoemd. Vandaar dat deze ingreep ook wel een hartkatheterisatie genoemd wordt. Via het slangetje kan de cardioloog een parapluutje plaatsen op de plaats van de opening in het harttussenschot. Als het op de goede plek ligt, kan het parapluutje geopend worden, waardoor het gaatje afgedicht wordt.
Operatie
Als het gaatje niet dichtgemaakt kan worden door het plaatsen van een parapluutje, wordt er gekozen voor een open hartoperatie. Hierbij wordt de borstkast geopend en wordt je aangesloten op een hartlongmachine. De hartlongmachine neemt de hart- en longfunctie over tijdens de operatie. Bij de operatie wordt het gaatje gedicht. Dit kan gedaan worden met lichaamseigen materiaal of lichaamsvreemd materiaal. Zo kan er weefsel van het hartzakje gebruikt worden of een gore- tex patch. Een gore- tex patch is een lapje stof wat dan op de plek gehecht kan worden, zodat het gaatje dicht is en het bloed op een normale manier blijft stromen.
Na de operatie
Soms is er in het begin nog plasmedicatie nodig om het overtollige vocht weer kwijt te raken. Er wordt vaak een hartfilmpje gemaakt om te zien of er hartritmestoornissen optreden en vaak is er medicatie nodig om het onder controle te houden. Dit komt doordat er tijdens de operatie in het geleidingssysteem van het hart gesneden is om bij het gaatje te komen. Hierdoor ontstaat er op het hart een littekentje, waardoor er problemen kunnen ontstaan met het doorgeven van de elektrische stroompjes (impulsen). Ook krijg je bloedverdunners om te voorkomen dat er stolsels gevormd worden. Vaak is dit een half jaar nodig, zodat er lichaamseigen weefsel over de patch kan groeien. Tot die tijd kunnen er stolsels ontstaan op de randen van de patch. Daarnaast vinden er regelmatig controles plaats bij de cardioloog. De cardioloog controleert de wondgenezing en het resultaat van de operatie.
Gevolgen van een onbehandeld VSD
Als een VSD niet behandeld wordt en voort blijft bestaan, kan er pulmonale hypertensie ontstaan. Dit is een hoge bloeddruk in de longen, doordat er meer bloed naar de longen gaat, waardoor de druk hoger wordt. Daarnaast kan er hartfalen optreden. Dit komt omdat de linkerkant van het hart harder moet werken dan normaal. Daarnaast kan een hartklep gaan lekken als het VSD dicht bij een hartklep zit.
Leven met VSD
Na het sluiten van het gaatje in het harttussenschot kan je vaak weer alles doen wat andere leeftijdsgenootjes ook doen. Het hart functioneert dan weer goed en er is geen sprake meer van een gemengde bloedstroom. Het eerste half jaar na de ingreep is er een verhoogd risico op het krijgen van endocarditis. Bij endocarditis is de binnenkant van het hart ontstoken. Dit komt doordat er van buitenaf materiaal in het hart zelf aangebracht is. Hierdoor kunnen bacteriën ook het lichaam inkomen en voor problemen gaan zorgen. Voor bepaalde ingrepen/ behandelingen is dan vooraf antibiotica nodig. Denk hierbij aan ingrepen bij de tandarts, de huisarts of in het ziekenhuis.
Bron: Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Anna Blancquaert